Een samenleving kan niet zonder regels. Maar wat te doen met hen die zich daar niet aan houden? Daarover gaat de Historische atlas van misdaad en straf. Tweeduizend jaar geleden, in de tijd van Romeinen en Germanen, worden misdaden in eigen kring bestraft. Pas in de middeleeuwen krijgt de overheid geleidelijk een rol. Strafbare feiten zijn niet meer alleen schendingen van de belangen van privépersonen, maar aanslagen op de rechtsorde waarover de overheid moet waken.
Van een mild en humaan strafrecht is tot ver in de negentiende eeuw geen sprake. Er wordt gepijnigd, verminkt, geradbraakt en gebrandmerkt dat het een lieve lust is en in veel steden is een bezoek aan het plaatselijke galgenveld een uitje voor het gezin. De doodstraf wordt uiteindelijk in 1870 afgeschaft, maar met een cellulair systeem van eenzame opsluiting komt een misdadiger feitelijk van de regen in de drup. Stapje voor stapje gaan we toch vooruit, zij het dat Nederland ongeveer het enige Europese land is waar je nog je levenslang in de gevangenis kunt zitten.
Hoewel de media soms anders doen vermoeden, is het aantal moorden en doodslagen in onze tijd maar een fractie van eeuwen geleden. Wel is er nieuwe criminaliteit: cybercrime, witteboordencriminaliteit en een goed georganiseerde drugsmaffia. Daar konden de Limburgse bokkenrijders alleen maar van dromen. Nederlanders over de schreef biedt een rijk geïllustreerd en helder overzicht van de Nederlandse geschiedenis van misdaad en straf.
Voor deze atlas hebben de kaartmannetjes een medeplichtige gevonden in Paul Nieuwbeerta, hoogleraar criminologie bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden.